Franchise

27 juni 2022

Help! Mijn franchisenemers gaan niet akkoord met mijn drempelwaarden!

Steven Jonker

Op 1 januari 2021 is de Wet franchise ingegaan. Het doel van deze wet is om knelpunten bij de franchisesamenwerking tegen te gaan. Eén van de gevolgen van de introductie van de Wet franchise is dat een franchisegever drempelwaarden moet opnemen in de franchiseovereenkomst. Maar wat als de franchisenemers niet akkoord gaan met de drempelwaarden die de franchisegever voorstelt?

Drempelwaarden

Zoals in een eerdere blog al aangegeven (klik hier) gelden er sinds 1 januari 2021 regels ten aanzien van eenzijdige wijzigingsbedingen in de franchiseovereenkomst. Vanwege de Wet franchise, meer specifiek artikel 7:921 Burgerlijk Wetboek (klik hier), mag een franchisegever niet zomaar wijzigingen meer doorvoeren in de franchiseformule via een eenzijdig wijzigingsbeding. Als een franchisegever toch gebruik wil blijven maken van wijzigingsbedingen dan dienen er drempelwaarden opgenomen te worden in de franchiseovereenkomst. Drempelwaarden zijn bedragen of rekenformules in de franchiseovereenkomst op grond waarvan vastgesteld kan worden of de franchisegever instemming moet vragen voor een eenzijdige wijziging.

Overleg met franchisenemers

De wetgever heeft franchisegevers tot 1 januari 2023 de tijd gegeven om in overleg met de franchisenemers in bestaande franchiseovereenkomsten drempelwaarden op te nemen. Nieuwe franchiseovereenkomsten (per 1 januari 2021) moesten van de wetgever al direct drempelwaarden bevatten.

Dat betekent uiteraard dat door simpel tijdsverloop het merendeel van de franchisegevers hun franchiseovereenkomsten al zal hebben aangepast aan de Wet franchise. Het blijkt echter ook mogelijk dat een franchisegever (nog) geen drempelwaarden heeft kunnen opnemen in de franchiseovereenkomst, omdat de franchisenemers categorisch elk voorstel tot een drempelwaarde verwerpen. Dit om te komen tot een situatie dat er dus geen drempelwaarde is opgenomen in de franchiseovereenkomst waardoor de franchisegever voor elke wijziging – hoe klein ook – voorafgaande instemming dient te vragen aan de franchisenemers.

De wetgever erkent dat franchisenemers in de onderhandelingen over de hoogte van drempelwaardes een bepaalde onderhandelingspositie hebben. De franchisegever moet immers voldoen aan de Wet franchise en is dus afhankelijk van de medewerking van de franchisenemers.

De wetgever merkt echter ook op dat het in strijd is met ‘goed franchisenemerschap’, zoals bedoeld in artikel 7:912 BW, als franchisenemers categorisch weigeren te onderhandelen met de franchisegever over drempelwaarden. Het zou in dat kader dan ook denkbaar zijn om via de rechter af te dwingen dat franchisenemers alsnog akkoord gaan met een bepaalde (redelijke) drempelwaarde. Alternatief zou de franchisegever kunnen besluiten om de betreffende franchiseovereenkomsten niet te verlengen, maar die route kent doorgaans alleen verliezers.

Kortom

Het merendeel van de franchisegevers zal ondertussen al goede afspraken hebben kunnen maken met de franchisenemers en daardoor drempelwaarden hebben kunnen opnemen in de franchiseovereenkomst. Die franchisegevers die dat nog niet hebben kunnen doen, omdat de franchisenemers niet willen meewerken, hoeven dus niet te wanhopen. De wetgever heeft uitdrukkelijk oog gehad voor die situatie.

Jan-Willem Kolenbrander

Advocaat franchise-recht en commerciële contracten